Diana Athill

Boekbespreking Surplus door Judith Zeeman                                                                                                                                 maart/april 2001

 

Memoires van een

‘gehersenspoelde’ redacteur

 

Bijna een halve eeuw lang was de Britse DIANA ATHILL eindredacteur bij een uitgeverij die boeken publiceerde van schrijvers als Marilyn French, V.S. Naipaul, John Updike en Jack Kerouac. Haar openhartige memoires ‘Stet’ zijn die van een milde oude dame die niettemin geen zoete broodjes meer hoeft te bakken.

          Het Latijnse woord stet wil zoveel zeggen als: laten staan. Het is ook de naam van een typografisch correctieteken dat, met streepjes of stippen onder een tekst, een eerder geschrapte passage in ere herstelt. Diana Athill, inmiddels 84, gaf haar memoires deze titel mee. ‘Stet is een poging om iets van mijn kennis en ervaring te laten voortbestaan’, verklaart ze. Roerend is haar toevoeging dat dit boek alleen maar het verhaal wil zijn van een oude ex-redacteur ‘who imagines she will feel a little less dead if a few people read it’. Wie verder leest, begrijpt dat de Engelse dame een meesteres is in zulke ‘tongue in cheek’-formuleringen, ongeacht de ernst van het onderwerp.

          Athill komt uit een gegoede familie. Van haar kindertijd herinnert ze zich de volgende drie bezigheden als van groot belang: verliefd worden op Dennis de tuinjongen, ritjes maken op een bejaarde pony en lezen. Dat laatste is nauwelijks verwonderlijk in een ouderlijk huis met overal stapels boeken, tot op de stoelen en de tafels toe. ‘Met Kerstmis en verjaardagen bestond 80 procent van de cadeaus uit boeken en niemand kreeg ooit te horen dat hij iets niet mocht lezen’, schrijft ze. Zo’n zin maakt de nestwarmte bijna voelbaar. Jarenlang kwam het nooit in haar op dat je met lezen ook je brood kon verdienen. Dat was al te glamorous.

          Ook nadat Athill de universiteit in Oxford had bezocht, bleef ze dubben over haar toekomstige werkzame leven. Lesgeven, of de verpleging in, dacht ze vertwijfeld. Beide vond ze ‘zo inspirerend als een emmer koude pap’. De Tweede Wereldoorlog maakte een eind aan deze overpeinzingen. Aanpakken was het devies en een vriend bezorgde haar een baan bij de BBC’s Information Services, een documentatiecentrum. Via collega’s kwam ze in contact met André Deutsch, een Hongaar die in Engeland economie studeerde en inmiddels op de verkoopafdeling bij een uitgever werkte. Athill en Deutsch, beiden 26 jaar, bezochten een theatervoorstelling, gingen naar zijn huis, aten een omelet en deelden het bed. Zoals Athill het zich onopgesmukt herinnert: zonder veel opwinding van beide kanten.

         Na een kortstondige affaire bleven ze vrienden en toen Deutsch in 1945 zijn eigen uitgeverij begon, kwam Athill daar als vanzelfsprekend te werken. In 1952 werd ze zelfs founding director bij André Deutsch Limited. Hoewel Athill de jaren na de oorlog schetst als ‘book-hungry days’, zou het onvermogende bedrijfje nooit spectaculair winst maken. Deutsch zat op het weinige geld als een broedse kip, wat leidde tot weloverwogen keuzes en een enkele keer tot de conclusie dat ze zich een potentiële bestseller niet konden veroorloven. Ze drukten op goedkoop, beroerd papier en beknibbelden op witregels waar dat kon. Kookboeken met plaatjes waren uit den boze en advertenties werden node geplaatst. Athill schetst de soberheid van toen en meandert allengs naar de glossy overdaad van nu. Het maakt van Stet een geestig en onderhoudend tijdsdocument dat eindigt rond 1985, het jaar waarin André Deutsch Limited in andere handen overging.

ONSCHULDIG VRAAGTEKENTJE

         Athill ambieerde al die jaren geen leidinggevende baan. Ze genoot van het beoordelen en redigeren van manuscripten en kreeg daarvoor beduidend minder betaald dan mannen die hetzelfde werk deden. Zeker in die begintijd was het ‘not done’ dat vrouwen daarover verhitte en ‘groteske’ discussies met mannen aangingen. Dus accepteerde ze het onrecht met ‘een combinatie van ijdelheid en het gebrek aan zelfvertrouwen van de gehersenspoelde vrouw’. Toch vindt ze het een pagina verder nodig haar gelatenheid te vergoelijken: het ging haar tenslotte niet om het geld, belangrijker was dat ze leuk vond wat ze deed. Stel dat een man daar net zo over denkt, dan betitel je hem toch ook niet als gehersenspoeld? Waarom een vrouw dan wel? En zo strijkt ze een fundamentele ongelijkheid glad door de bobbel voor zich uit te duwen.

         Ze maakt vaker zulke bokkensprongen, die hooguit aangeven hoezeer deze toch tamelijk geëmancipeerde vrouw niettemin een kind van haar tijd was, en nog steeds is. Waar ze zich zo’n uitstapje veroorlooft, doet ze dat in elk geval heel charmant. Met een onschuldig vraagtekentje verleidt ze de lezer het eens van haar kant te bekijken en waarom zou je een dergelijke innemende uitnodiging afslaan?

RAMMELENDE TEKSTEN

         Athill ontwikkelde zich tot een vooraanstaand redacteur, volgens eigen zeggen ooit omschreven als ‘een van de besten in Londen’, en bleef werken tot ze in de zeventig was. Toch was roem niet vanzelfsprekend. Ze herinnert zich nog goed dat ze bijna elke zin van een rammelende tekst herschreef, die later in boekvorm alom complimenten kreeg voor de schrijfstijl. Daarop ontving ze een briefje van de auteur die haar niet bedankte, maar schreef waar al dat geredigeer nou voor nodig was geweest nu bleek dat iedereen toch vond dat hij prima kon schrijven. Nadat ze was uitgelachen, besloot ze geen bedankjes meer te verwachten. ‘Een redacteur is alleen maar een vroedvrouw’, concludeert ze. ‘Wie complimentjes over haar schepping wil, moet een eigen kind baren.’ Athill voegde de daad bij het woord en schreef drie lovend besproken boeken: Instead of a Letter, After a Funeral en Make Believe, de laatste twee elk over een schrijver die in haar leven een belangrijke rol speelde.

         In haar memoires pakt ze het anders aan. Stet bestaat uit twee delen, waarin ze eerst haar leven en werkzaamheden als redacteur toelicht. Deel twee is gewijd aan de luimen en hebbelijkheden van zes schrijvers die hun werk aan haar toevertrouwden. En steeds paart Athill een opmerkelijk jonge geest aan een leeftijd die korte metten maakt met complexen en scrupules, de ideale combinatie voor een openhartig relaas. ‘Een voordeel van oud zijn, is dat het je niet langer kan schelen wat mensen van je vinden’, zegt ze. En dat gevoel is bij Athill vaak de opmaat voor het kraken van een kritische noot, of het te berde brengen van een grote of kleine roddel over een auteur, collega of kennis. Ze laat het meestal niet bij hetgeen er gebeurde, maar probeert ook te peilen wat eraan ten grondslag lag.

AUTEURS ALS TOVERBALLEN

         De kalmte waarmee Athill – soms – explosieve gevoelens omschrijft, verdubbelt niet zelden het effect. Ze doet dat aan de hand van voorbeelden die, hoewel indirect, heel veelzeggend zijn. Zo voelt ze op haar leeftijd meer dan ooit de erosie van de tijd: de scherpe kantjes zijn afgeslepen van alles wat haar eens zo diep raakte. Alleen de teleurstelling in een ooit zo dierbare vriend knaagt nog steeds aan haar. Haar conclusie: ‘Misschien moet ik blij zijn dat hij iets heeft gedaan wat me nog steeds met oprechte ontzetting vervult.’ En daar is het effect van deze rustige constatering: haar ontgoocheling had niet rauwer kunnen klinken.

         Sommige auteurs werden dierbare vrienden van Athill, anderen waren toverballen die steeds van kleur verschoten: ongrijpbaar en veranderlijk. Zoals V.S. Naipaul, die ze tot haar spijt ziet veranderen in een snob. Als ze onverwacht diens vrouw Pat op een feestje tegenkomt, is ze verwonderd haar nooit eerder te hebben gezien. ‘Vidia vindt het niet leuk als ik meega naar feestjes’, antwoordt Pat, ‘because I’m such a bore.’ Vanaf dat moment heeft Athill tegen elke depressie een remedie: ‘In elk geval ben ík niet getrouwd met Vidia.’

Een reactie plaatsen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

%d bloggers liken dit: