Ingmar Heytze

Interview voor het Vrede van Utrecht Magazine / Judith Zeeman                                                                             2013 / eerste publicatie

‘Dichten is een kamer inrichten: tafeltje zus, lampje zo’

.
‘De eeuwigheid, wat zal ik ervan zeggen… ik ben er niet op gebouwd.’ Bij elk bezoek aan je Utrechtse stamcafé je eigen dichtregels op de muren zien, dat is een beetje ‘van huis en toch thuis’. Maar we hebben het dan ook over Ingmar Heytze (1970), dichter ‘met een zeer hoog Utrechtgehalte’, tevens schrijver, columnist, performer en presentator. Twee ‘projecten’ houden hem momenteel vooral bezig: een boek en zijn aankomende vaderschap.

“Je bent een stadsmens of niet”, zegt Heytze. “Voor mij is het bijna een levensstijl. Utrecht heeft me al vaak geïnspireerd. Het is een kleine, goed geconserveerde middeleeuws-gotische stad met werfkelders die uniek zijn in de wereld. Op dit moment schrijf ik een boek over zo’n beetje ‘alles van steen’ in Utrecht. Voor het Monumentenfonds dat 70 jaar bestaat, opgericht in 1943 – midden in de oorlog dus. Dat lijkt verbazingwekkend, maar het is juist vanwege de bombardementen dat men zich zorgen ging maken om het historisch erfgoed. De oorlog werkte de oprichting ervan dus in de hand. Dat gebeurde nog onder NSB-burgemeester Van Ravenswaay, wiens naam later zelfs uit de ambtsketen is gekrast.

Ik ben inmiddels al maanden met het boek bezig. Dat is voor mij heel ongebruikelijk, gewend als ik ben om gedichten of columns te schrijven of op te treden; allemaal zaken die niet meer dan een paar uur of één dag in beslag nemen.”

Leert hij zo nog iets nieuws over zijn stad? “O ja, de leukste en gekste dingen. Huisnummers zijn er bijvoorbeeld pas sinds 1795. Dat lijkt onhandig, totdat ik me realiseerde dat ik zelf blindelings naar vrienden in de binnenstad fiets, maar vraag me niet naar hun adres. Of dit boek zal bijdragen aan inspiratie voor nieuwe gedichten over Utrecht? Och, ik heb er al een paar honderd gemaakt, met name toen ik Stadsdichter van Utrecht was. Er zullen er vast nog een paar volgen, maar het meeste is al wel geschreven, denk ik.”

Lucebert en Entartete Literatur

En als het gaat om zijn vakgebied: taal en poëzie. Heeft oorlog daar ook invloed op? “Natuurlijk. De dichter Lucebert is in zijn stijl sterk beïnvloed door de Entartete Literatur:  boeken die de Duitse bezetters hadden afgekeurd omdat ze niet bijdroegen aan het ‘gezonde volksgevoel’.

Ik herinner me een documentaire van Johan van der Keuken, waarin Lucebert uitlegt hoe hij als kind met zijn vader mee mocht om dergelijke boeken te kopen van een SS’er die een depot met Entartete Literatur bewaakte. De vader verkocht ze op de markt, maar Lucebert mocht er ook een paar uitzoeken. Die las hij in zijn vormende jaren. En dat, gaf hij zelf aan, was een grote invloed op zijn latere manier van dichten.

Ritme, een beetje rijm, een grap

Heytze kan zich goed voorstellen hoe cruciaal dat is op die beïnvloedbare leeftijd. “Mijn moeder had cabaretplaten waar ik als jongetje veel naar luisterde. Toen ik zelf gedichten ging schrijven, modelleerde ik die naar tekstdichters als Willem Wilmink, Hans Dorrestijn en Jan Boerstoel. Met enigszins een ritme, misschien een beetje rijm en een grap, en liefst ook emotie en herkenning. Dat doet niet elke dichter. Zo heeft iedereen zijn eigen filter.”

‘Vrede? We zijn niet anders gewend’

de_achtien_doden_campert_1024

Het beroemde verzetsgedicht van Jan Campert.

Verzet in woord en geschrift staat veraf van de dichters van deze tijd, peinst hij. “We kunnen ons bij vrede nauwelijks iets voorstellen, omdat we niet anders gewend zijn. Als mijn generatie aan oorlog denkt, dan gaat het over de Tweede Wereldoorlog. Over de verzetsdichter Jan Campert die op de valreep door een verzetsman werd aangeklaagd als zijnde misschien toch op het eind van zijn leven een verrader. Een interessante casus, die veel ophef veroorzaakte en leidde tot een uitstekende reactie van zijn zoon Remco Campert. Die zei over het beroemde gedicht ‘“Het lied der achttien dooden’ van zijn vader: ‘het gedicht heeft geen schuld’. Ik denk dat dat het beste is wat je daarover zeggen kunt. En het kan natuurlijk ook dat een verzetsman van ver in de tachtig zich alles niet even goed meer herinnert.

Er zijn trouwens wel maatschappijkritische dichters, zoals Ramsey Nasr. Maar in mijn werk speelt dat niet zo. Waarom niet? Hmm, dat moet je eigenlijk nooit vragen. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Als je de kans had om Van Gogh te vragen waarom hij geen lelies schilderde in plaats van zonnebloemen, zal hij misschien zeggen: ik vond zonnebloemen mooier. Of: ze hadden even geen lelies. Dat kan ook natuurlijk.”

Tafeltje zus, lampje zo

Hij wil geen boodschappen overbrengen? “Nee, mijn gedichten gaan over wat mij toevallig bezighoudt. Naarmate je er meer schrijft, richt je als het ware een soort stijlkamer in. Een tafeltje zus, een lampje zo. Op een gegeven moment is dat een bepaalde stijl, een blik die je op de wereld hebt. En als die manier van denken ‘aan’ gaat, maken de onderwerpen ook niet zoveel meer uit. Dan kan een gedicht ook voortkomen uit één mooie zin, nog zonder dat ik weet waar de rest van het gedicht over zal gaan.”

Heytze treedt geregeld samen met muzikanten op. “Iets wat ik wel vaker zou willen doen, is nog eens een tour met gambist Ralph Rousseau. We maakten een voorstelling waarin ook ruimte was voor improvisaties en voor bijdragen van het publiek. Je trekt er geen grote massa’s mee, maar het programma werd goed besproken. En ik heb ook weleens nagedacht over een solovoorstelling: kan ik niet in één uur alles uitleggen wat ikzelf over poëzie weet? Alles wat ikzelf goedvind en graag wil laten horen van andere dichters.”

‘Alle goeds. Goethe sloot er z’n brieven mee af’

Hij onderschrijft zijn mails met ‘alle goeds’; ook de titel van een van boeken. “Het is een germanisme, zonder speciale betekenis. Goethe zette het altijd onderaan zijn brieven. Het is een vriendelijke wens. En meteen een goeie boektitel, zij het een wat patserige: hier staat het allemaal in, haha!” Binnenkort verwacht hij zijn eerste kind. “Het gaat een hele hoop veranderen. Ik merk bijvoorbeeld dat ik selectiever word en ballast probeer te vermijden. Wat komt er aan werk op mijn pad en ga ik dat doen of niet? Meteen besluiten: ja of nee. Van dit interview dacht ik bijvoorbeeld meteen: okee, dit doe ik wél.”

Een reactie plaatsen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

%d bloggers liken dit: